Recensie: De jongen met bloemen in zijn haar

In de jongen met bloemen in zijn haar kunnen we lezen over vriendschap en anders zijn dan anderen. Een schitterend prentenboek met een mooie boodschap. Een recensie met lesideeën…..

De jongen met bloemen in zijn haar

Het verhaal

David heeft bloemen in zijn haar. Iedereen houdt van hem, hij is vrolijk en lief. Net als de blaadjes van zijn bloemen. Op een dag gebeurde er echter iets, één van de bloemblaadjes liet los. Daarna lieten er nog meer blaadjes los. David werd stil en verdrietig en droeg een muts. Toen zijn muts in de klas af moest, was zijn haar piekig en stekelig. Kinderen wilden niet meer met hem spelen, omdat ze zich zouden kunnen bezeren aan zijn takken. De beste vriend van David bedacht een idee om hem weer op te fleuren.

Mijn mening

Dit boek kun je op verschillende manieren lezen. Zelf moet ik bij dit boek altijd denken aan een kindje met kanker, dat door chemo’s zijn of haar haren verliest. Anderen moeten daaraan wennen. Gelukkig zijn er altijd vrienden, zoals de ik-persoon, in dit verhaal die de ander willen troosten. Je kunt in dit boek echter ook lezen dat een kind wordt beoordeeld op uiterlijk, in plaats van wat hij kan en wie hij is. Daarnaast is er in dit boek ook aandacht voor inclusie, zoals een kind in een rolstoel en kinderen met verschillende huidskleuren. Een mooi boek dat ieder kind een keer moet zien en horen in zijn of haar leven, omdat het een andere kijk kan geven op de samenleving.

Lesideeën

Creatief

Laat de kinderen een tekening maken van een kind met bloemen in zijn of haar haar. Zo heb je een mooie rij tekeningen met allemaal verschillende kinderen met bloemen in het jaar.

Begrijpend luisteren

Lees het hele prentenboek voor. Stel daarna de volgende vragen:

Wat is er voor bijzonders aan David?
Wat vinden de kinderen van David en hoe hij eruit ziet?
Waarom gaan de kinderen ineens minder graag met David om?
Wat doet te beste vriend van David om hem weer op te vrolijken?

Sociaal-emotioneel

Lees het hele prentenboek voor. Bespreek daarna de volgende punten:

Wat maakt David anders dan de anderen?
- Is het erg om anders te zijn?
- Zijn er nog meer kinderen die jou opvallen op de prent waarop de kinderen met elkaar om de tafel zitten?
De ik-persoon is een vriend voor David.
- Wat doet hij als vriend met David?
- Hoe helpt de ik-persoon David wanneer het iets minder goed met David gaat?