In het schooljaar 2017-2018 zullen op veel scholen de discussies weer losbarsten rondom het basismodel of het overlegmodel. Dit omdat dit model iedere drie jaar opnieuw dient te worden vastgesteld. Op onze school hebben we nu twee schooljaren gewerkt met het overlegmodel. Op zich ben ik hier niet ontevreden over, maar gedurende dit schooljaar heb ik mij wat meer verdiept in één van de onderdelen van onze huidige CAO, de opslagfactor.
De PO raad stelt dat de opslagfactor dient te worden vastgesteld op schoolniveau. Per school moet worden staan beschreven welke taken onder de opslagfactor vallen. De PMR moet dit goedkeuren. Volgens de PO raad vallen alleen taken die een relatie hebben met het werken in de klas en niet de taken die betrekking hebben op werkzaamheden voor de totale school onder de opslagfactor.
Het kan dan gaan over de volgende punten:
- voorbereiden
- nakijken
- gesprekken met kinderen
- gesprekken met ouders
- intern overleg in directe relatie tot de groep
- extern overleg in directe relatie tot de groep
- dag- en weekplanning maken
- rapporten vastleggen van resultaten, notities en andere relevante gegevens
- analyseren van leerlingenwerk/toetsen en vastleggen van resultaten
- maken van een groepsoverzicht/groepsplan/handelingsplan etc.
- voorbereiden en verzorgen van rapportavonden
- voorbereiden en verzorgen van informatieavonden van de groep
- overdracht van de leerlingen
- voorbereiden voor invaller
- vervaardigen van materiaal
Op onze school is de opslagfactor bepaald door de GMR. Zij hebben de volgende punten ook tot de opslagfactor gerekend: vergadering en functionerings-/beoordelingsgesprekken. Deze twee hebben echter geen relatie met directe werkzaamheden tot de groep en ik hoop dan ook dat de GMR dit inziet en deze taken niet meer onder de opslagfactor laat vallen.
De opslagfactor is verder in mijn ogen nog steeds een wassen neus. Dit wil ik je demonstreren middels het volgende sommetje: De opslagfactor ligt tussen de 35 en 45% van de lesgevende uren. Wij werken met een continurooster (5 gelijke dagen model) waarbij de lesgevende uren zijn vastgesteld op 5 uur en hebben een opslagfactor van 40%. Dit betekent dat wij iedere dag een opslagfactor hebben van 5 :100 x 40 = 2 uur. Dat zijn dus 2 uur per dag voor alle bovengenoemde taken. Op zich best netjes toch, ik denk dat het mij wel lukt om binnen deze tijd mijn lessen voor te bereiden en een groot gedeelte na te kijken?
Alleen gaan hier ook nog wat dingen vanaf: inloop in de klas (10 minuten) eten met de leerlingen (15 minuten) en pleinwacht (15 minuten). Dit gaat in totaal over 40 minuten per lesdag! Deze taken vallen op dit moment bij ons op school onder de opslagfactor en zitten niet verwerkt in taakuren o.i.d.
Dit noem ik dus werkdruk: geen tijd (binnen mijn benoeming) meer hebben om echt tijd te kunnen besteden aan de leerlingen, ouders en goede analyses omdat mijn werktijd wordt opgeslokt door andere dingen. Natuurlijk probeer ik zoveel mogelijk wel te doen, vaak is dit echter in mijn eigen (privé)tijd.
Hiervoor heb ik afgelopen dinsdag alvast een uurtje gestaakt!
Bronnen:
www.poraad.nl/trefwoorden/opslagfactor
Eén gedachte over “De opslagfactor”