Toekomstkunde stimuleert leerlingen op antwoorden te zoeken op hun vragen over wereldproblemen. Het WWF biedt iedere een nieuwe les aan over een actueel onderwerp. In dit blog lees je meer over Toekomstkunde en de reacties van mijn leerlingen op deze lessen.

Toekomstkunde – antwoorden zoeken op wereldproblemen

Wat is Toekomstkunde?

Het Wereld Natuur Fonds (WWF) ontwikkelt wekelijks terugkerend lesmateriaal voor leerlingen van groep 5 tot en met 8. De onderwerpen zijn actueel en gaan over onderwerpen als duurzaamheid, het klimaat, de natuur en wilde dieren. Vaak komen leerlingen in aanraking met deze onderwerpen door het nieuws en social media. De lesmaterialen zijn een aanvulling op bestaande vakken als natuur en aardrijkskunde. In de lessen wordt gewerkt aan vaardigheden als filosoferen, burgerschap, presenteren en kritisch denken.

Waarom Toekomstkunde?

Vaak willen leerlingen weten hoe het precies zit met zo’n actueel onderwerp en wat zij er zelf aan kunnen doen. De lessen Toekomstkunde kunnen de leerlingen helpen zich te verdiepen in thema’s die belangrijk zijn voor hun toekomst. Ook hoopt het WWF dat de leerlingen door deze kennis bewust keuzes kunnen maken en zelf een mening kunnen vormen over het onderwerp. Met de lessen leren leerlingen dat ze onderdeel zijn van de natuur en dat alles met elkaar in verbinding staat. Sommige lessen stimuleren de leerlingen zelfs om in actie te komen. Deze acties zijn klein, zoals een filmpje maken of een kaart ontwerpen. Ze kunnen echter wel invloed hebben op de mensen om hen heen.

Hoe werkt het?

Als leerkracht kun je je op de website van het WWF aanmelden voor een wekelijkse mail waarin het nieuwe lesmateriaal van die week staat. Het lesmateriaal is verdeeld in twee verschillende niveaus: groep 5/6 en groep 7/8. Iedere week staat er een nieuwe les klaar over een ander onderwerp. De les bestaat uit een werkblad dat je kunt downloaden en een leerkrachthandleiding. Ieder les duurt ongeveer een half uur. De lessen kunnen gezamenlijk gemaakt worden, je kunt kiezen voor een gezamenlijke introductie een zelfstandige verwerking en een gezamenlijke afsluiting en je kunt ervoor kiezen om de lessen geheel zelfstandig te laten maken door het bijvoorbeeld ion de weektaak op te nemen.

Inmiddels zijn er al een aantal lessen beschikbaar over verschillende onderwerpen, zoals de Plastic Soep, de branden in de Amazone, het veranderende klimaat, het verplaatsen van een hoofdstad enzovoorts. Je kunt deze lessen gebruiken wanneer je bent ingeschreven.

Mijn mening

Zelf heb ik deze week de les gegeven over stad en platteland, waarin de leerlingen leerden dat het bouwen van een nieuwe stad gevolgen heeft voor de natuur. Ik ben de les gezamenlijk begonnen, waarna de leerlingen de les zelfstandig hebben verwerkt en als afsluiting heb ik de les gezamenlijk geëvalueerd. Tijdens de les kwam er een discussie los over palmolie en in welke producten dit allemaal zit. Erg gaaf om mee te maken hoe dit onderwerp leefde bij sommige leerlingen. Er waren echter ook een aantal leerlingen die nog helemaal niets over dit onderwerp wisten en door deze les wel veel over palmolie wilden weten.

Mijn leerlingen vonden de weetjes uit het onderzoek van Janouk erg interessant en hadden veel plezier in het uitwerken van een ansichtkaart van een nieuwe duurzame stad. De leerlingen gaven aan dat ze deze lessen erg leuk vonden. ‘Juf, dit lijkt wel een beetje op werken over dingen die we in het jeugdjournaal zien’.  Ook gaf één van de leerlingen aan dat zij veel bezig is met dingen die ze in het jeugdjournaal ziet, maar dat ze niet altijd weet wat ze eraan moet doen.

Ik kan je de lessen van Toekomstkunde zeker aanraden. Je kunt deze wekelijks gebruiken, gebruiken als klaaropdracht, opnemen in een weektaak of er ruimte voor maken in je lesrooster. Je kunt de lessen echter ook incidenteel geven, gewoon wanneer je hier tijd voor hebt. Wel raad ik je aan om de lessen vooraf even door te nemen om te kijken of je ze ook kunt uitvoeren. Zo ben ik zelf erg bezig met de plastic soep en wilde dan ook graag de les over dit onderwerp geven, maar bij de opdrachten zag ik dat de leerlingen als creatieve verwerking aan de slag moesten met het maken van een filmpje. Dit vond ik geen verstandig idee, aangezien mijn leerlingen dat nog nooit hebben gedaan en ik daardoor eerst tijd zou moeten besteden aan ‘Hoe maak ik filmopnamen en hoe zet ik deze om in een educatief filmpje?’